Bang voor de tijd || Mailaa |
Ik zie de lange vingers van Tijd zijn klok terugdraaien. Ik zie mijn hele leven teruggespoeld worden als een draaikolk die opeens de andere kant opgaat. En ook al weet ik wat er vanuit deze richting komt, ik kan er niet aan ontsnappen. Ik voel dat de kern van mijn zijn uit elkaar wordt gerukt, en in de draaikolk oplost. Ik ben bang, zo bang om te verdwalen in de realiteit van deze woorden. In hun echt-zijn. De Tijd is iets ongrijpbaars, iets wat wij denken te hebben begrepen. De tik van een wijzer is een seconde lang en de slang van een klok geeft een uur aan. Er zijn 24 uren per dag, 365 dagen in een jaar, en een mens leeft gemiddeld 79 jaar. Maar ik leef niet, nee, ik besta, want ik denk dat ik besta, en dus moet er iets zijn dat aan het denken is en dat ben ik. Dat zei Descartes: 'Ik denk, dus ik ben. Cogito ergo sum.' Ik ben bang dat ik slechts besta. Dat ik alleen nog maar deze woorden ben, omdat ik alleen nog maar deze woorden denk. Dat dat de enige oorzaak van mijn zijn is. Als ik kon terug gaan in de tijd, zou ik misschien kunnen kijken hoe het was toen ik leefde. Toen deze woorden niet waren wie ik ben, maar toen er een 'ik' was die mij bepaalde. Misschien kan ik ook alle woorden zijn die ik ken. En als dat het geval is dan zal ik de levendigste woorden uitkiezen, en alleen daaraan denken. (Het is enorm slecht, ik weet het. Feedback is dan ook meer dan welkom!) |