Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Ik wens jullie allemaal een hele fijne en veilige jaarwisseling toe
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
18 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar
ORPG ~ Twisted minds think alike
Dauntless
Wereldberoemd





Hunter ~ 25 (al is hij mentaal veel jonger) ~ Heeft de kracht om mensen pijn te laten voelen, voelt wat hun grootste angsten zijn en kan zichzelf daar als in een soort illusie in veranderen.
Vivid
Landelijke ster



Afyl Fulian, een jonge half-demon van 24 jaar oud. Een Cambion; zijn moeder was mens en zijn vader was incubus. Een man van controle -absolute controle- en manipulatie. Corrupt, duister en gevuld met lust en woede. Afyl heeft de touwtjes in handen en wil ook graag dat dit zo blijft. Blonde haren die tot zijn schouderbladen vallen, maar meestal in een staart zijn gebonden. Duistere, paarse ogen die hij in het gezelschap van simpele mensen vaak verbergt achter een zonnebril. Een lange, slank en intimiderende man in pak, witte handschoenen en een zoete glimlach die speelt met de gedachtes en harten van zijn slachtoffers. 

Plaatje wat enigszins wel op hem lijkt, haha^
-
Aan jou de eer om te beginnen~? 
Dauntless
Wereldberoemd



"Hallo, wanneer komt mijn ontbijt. Het is al voorbij elf uur?" riep Hunter geïrriteerd. Hij wist hoe laat het was door de gouden zakhorloge die hem gisteren cadeau was gedaan. Was het Kerstmis geweest, Pasen, een andere feestdag? Hij had werkelijk geen idee. Zijn gevoel voor tijd was na al die jaren compleet verdwenen. Toch hadden de mensen van de instelling hem gisteren een cadeautje gegeven. Een groep van vijf mannen met uniformen was zijn cel binnen gekomen. Hij kreeg nooit bezoek dus was aangenaam verrast. Het werd enkel maar leuker toen ze hun wapens op hem richtten. Hij moest lachen omdat ze dachten werkelijk een kans tegen hem te hebben. De angst was duidelijk zichtbaar in hun ogen, Hunter zou hier zo van gaan genieten. 
Nu lagen hun verminkte lichamen hier en daar in zijn cel verspreid. Een van hen was van zijn kleding ontdaan. Hun uniformen waren zoveel stijlvoller dan de witte pyjama die hij daarvoor had moeten dragen. Hun geweren lagen in een ander hoekje. Hunter was geen fan van geweren. Een verkeerd schot en je slachtoffer was meteen dood, and where's the fun in that? De jongen besefte totaal niet dat deze soldaten gestuurd waren om hem te vermoorden. Jarenlang hadden de dokters geprobeerd zijn 'aandoening' te verbeteren, zonder resultaat. Menig verzorger durfde zijn cel niet in, bang dat ze er niet levend uit zouden komen, bang voor zijn zogenaamde 'spelletjes'. Ze wouden snel van hem af komen. Verhongeren was ook een optie, de optie waar ze nu voor zouden gaan, maar dat zou hem kwaad maken. Tot nu toe was Hunter nooit echt 'kwaad' geweest en dat wouden ze liever zo houden. Want niemand was zeker of een stalen deur hem dan nog zou tegenhouden.
Vivid
Landelijke ster



Afyl was niet bepaald geamuseerd. 
Hij was niet iemand die van koud weer hield, totaal niet. Hij had het liever warm, fijn en knus. Zijn hart was al koud genoeg, waarom moest het weer dan ook nog eens vriezen? Nee, de kou was niets voor Afyl. Hij hield niet van het weer, vooral omdat hij er geen controle over had. Afyl wilde controle hebben over alles. Over controle gesproken; reden twee waarom Afyl in een ontzettend slechte bui was had er mee te maken dat een bepaald persoon zijn kamer had opgeruimd. Iemand was in zijn kamer gekomen om het schoon te maken! Afyl's kamer was sowieso een no-go, maar er dan ook nog schoonmaken... iemand had een doodswens. Diegene zou zeker nog gestraft worden, vooral omdat diegene een specifieke konijnenknuffel had gestolen uit de kamer. Kijk, Afyl wist dat hij een bende criminelen onder hem had zitten, maar de konijnenknuffel van je baas stelen? Dat was een nieuw dieptepunt. 
Om zijn dag alleen nog maar erger te maken was de koffie ook nog eens te koud geweest. Lauwe koffie was iets wat Afyl automatisch in een verschrikkelijke bui kreeg. 
Dus momenteel liep hij door de koude gangen, om hem heen klonken de stemmen en het gelach, gehuil en gezang van de gekken. Het was koud, zijn knuffel was weg en zijn koffie was koud geweest; Afyl was niet bepaald geamuseerd. Hij was hier enkel om iemand op te halen. Normaal zou hij zijn mensen gewoon sturen, maar Afyl had leuke dingen gehoord over deze persoon. Misschien kon Afyl zich eventjes uitleven op iemand, de controle over nemen, om zich weer wat beter te voelen. Afyl stopte voor de deur en haalde zijn neus op. Het rook naar dood, het rook naar... Dit was redelijk interessant. De half-demon stapte door de deur heen zonder enig probleem en kwam zo oog in oog te staan met zijn mogelijke nieuwe rekruut; Hunter. 
Zijn irritatie was niet te lezen op zijn gezicht, aangezien Afyl meestal een constante poker-face op had - de jonge man was daarom ook een goede gokker - en een overduidelijk neppe glimlach was te zien op zijn gezicht. Hij deed zijn best niet voor een eventuele nieuwe rekruut. Eerst wilde hij meer over de jonge man weten, hoewel de lijken in deze kamer eigenlijk wel genoeg vertelde. Afyl keek geïnteresseerd naar de lichamen en heel even was er iets in zijn ogen te zien wat als een geamuseerde glinster kon worden opgevat. Dit maakte zijn humeur een beetje beter; de jonge man was inderdaad interessant. Zijn ogen gleden naar de jonge man, geen angst te zien; Afyl voelde niet snel angst.
'Hunter, als ik het goed heb?' Vroeg Afyl terwijl hij daar stond, sierlijk, intimiderend en met die glimlach op zijn gezicht. Hij droeg een net pak en deed zijn zonnebril af - zijn witte handschoenen lieten geen vlekken achter op de smetteloze zonnebril - zodat hij Hunter aan kon kijken met die diepe, paarse ogen. 'Mijn naam is Afyl Fulian.' 
Dauntless
Wereldberoemd



Hunter keek aangenaam verrast op toen een man zomaar door de deur wandelde. Was dit allemaal een droom geweest? Hij hoopte van niet. Hij zou teleurgesteld zijn moesten deze dode mensen enkel een fragment van zijn verbeelding zijn. Hij keek recht in zijn intrigerende, paarse ogen. De eerste gedachte die in hem op kwam was dat hij nog nooit paarse ogen had gezien, en hoe leuk het wel niet zou zijn moest hij ze uit de oogkassen van deze man trekken en als een trofee bijhouden.  Het tweede wat hem opviel was dat hij geen angst kon bespeuren, alhoewel er was wel iets van angst, maar Hunter kon het maar heel moeilijk lezen. Dat vond hij grappig. Hij lachte eerst stilletjes maar lag niet veel later schaterend op de grond. Deze man was speciaal net als hij. Dat was wat de verzorgers altijd zeiden. Hij zat hier vast omdat hij speciaal was. Dat was exact wat zijn ouders hem hadden gezegd toen ze hem hier opsloten, dat ze het voor zijn eigen bestwil deden, omdat hij speciaal is.
"Ben je nieuw hier? De meeste andere verzorgers dragen andere kleding. Wat vind je trouwens van mijn nieuwe uniform." Hij draaide rond zodat Afyl hem helemaal kon bekijken. Hunter was een op en top narcist. Andere mensen interesseerden hem niet behalve dan wanneer hij ze kon laten lijden. Hij vond het dus ook geweldig als hij de aandacht op zichzelf kon vestigen.
"Heb je ontbijt meegebracht?" Er waren zoveel andere vragen die hij had kunnen stellen, zoals waarom de man hier was, hoe hij zomaar door de deur kon wandelen, maar Hunter had zijn prioriteiten en zijn lege maag stond dit moment op nummer één. Hij kende hem nog niet zo lang, maar hij mocht deze Afyl persoon wel. Mocht hij hem ooit vermoorden, dan zou hij er iets heel speciaals van maken.
Vivid
Landelijke ster



Afyl trok een wenkbrauw op, lichtelijk geamuseerd. Dit was overduidelijk niet een normaal persoon, hoewel hij al tot die conclusie gekomen was. 
'Nieuw?' Mompelde hij terwijl hij een hand door zijn haren haalde en zijn staart opnieuw indeed. 'Nieuw is niet het woord dat ik zou gebruiken. Dit is de eerste keer dat ik in dit gebouw ben, dat is wel waar.' Afyl keek eventjes om zich heen. 
'Wat een sombere kamer heb je hier. Oh, en je uniform is eigenlijk wel oké. Het is wel mijn smaak en het staat je.' Zei Afyl droogjes, hoewel hij het ook wel meende. De man liep rustig rond in de kamer, eventjes stilstaand bij lijken. Heel eventjes leek hij over zijn lippen te likken, maar het was al niet meer vers genoeg. Oude lijken waren niet echt zijn ding; hij had zijn eten liever vers... of zoet. 
'Ah, ik heb geen ontbijt meegenomen. Mocht je mij volgen, kan ik je wel beloven dat er genoeg te eten zal zijn in je nieuwe huis.' Afyl draaide zich om en keek Hunter aan met geamuseerde ogen. 'Als ik je waardig keur, tenminste. Kun je iets over jezelf vertellen, Hunter?' 
Hunter was anders dan de meesten die hij in zijn team had, zijn groep. Hunter was compleet anders, iets wat hem interessant maakte. Hij had iemand zonder geweten nodig, iemand die kon moorden en martelen zonder er wakker van te liggen. Hunter leek die persoon te zijn. 
Dauntless
Wereldberoemd



Iets over zichzelf vertellen, Hunter vertelde maar wat graag over zichzelf. Hij vertelde zijn levensverhaal ook vaak aan zijn slachtoffers, stervende mensen waren verbazend goede luisteraars. Als ze hem onderbraken, sneed hij toch hun tong af. Hij maakte het zichzelf gemakkelijk op zijn bed. Verder was er niets op te zitten dus Afyl zou gewoon moeten blijven rechtstaan. Hunter was niet echt een goede gastheer, zijn vorige gasten lagen immers dood op de vloer, daar zou trouwens echt eens iemand aan iets moeten doen. Kon er niet even snel een poetsvrouw langskomen? 
"Wel mijn naam is Hunter en ik ben 25 jaar oud." Hij toonde het getal met zijn handen, gewoon om duidelijk te maken dat hij niet enkel kon doden, maar ook tellen. 
"Ik heb een achternaam, maar die gebruik ik niet graag. Het herinnert me aan mijn ouders en dat zijn slechte mensen. Toen ik twaalf was hebben ze me hierheen gebracht. Ze zeiden dat, dat beter zou zijn voor me. In al die jaren hebben ze me niet één keer bezocht, niet één keer." Zijn glimlach was verdwenen. Hij had een dolk gepakt en stak die gefrustreerd in één van de lichamen. "Ik zie waar mensen bang van zijn. De stemmen vertellen me dat. Ik kan ze ook martelen, met mijn gedachten. Het is niet zo leuk als echt martelen want er gebeurt niets aan hun lichaam. Ze voelen gewoon pijn, maar het is een fijne toevoeging. Ik wil het wel uittesten." Hij keek Afyl gretig aan.
"Maar u zei iets over een nieuw huis? Waar is het? Hoe ziet het eruit en wat moet ik doen als ik er wil wonen?"
Vivid
Landelijke ster



Afyl's ogen waren hetzelfde gebleven terwijl hij naar Hunter keek, alle woorden in zich opnemend. 25 jaar oud? Mentaal leek de jonge man eerder een jaar of vijf te zijn. Een klein kind dat gretig zijn handjes uitstrekte, nieuwsgierig en enthousiast. Maar dit was geen klein kind; dit was een gevaarlijke man. Misschien was dat ook wel de reden dat Afyl geïnteresseerd in hem was. Hunter was gevaarlijk, maar mentaal leek hij gewoon een klein kind. Dit maakte het ook veel moeilijker, aangezien hij lastiger te controleren zou zijn. Wilde Afyl dat riskeren? Irritatie, onbeheersbaar... maar toen vielen zijn ogen weer op de lijken. Afyl had geduldig geluisterd naar Hunter, hem uit laten praten en gewoon af en toe geknikt. Hij was immers een redelijk nette man, vooral als je niet wist wat voor duistere geheimen hij had. 
Afyl had geen controle over zichzelf, misschien was dat ook wel een reden dat hij zoveel controle over anderen wilde hebben. Zijn paarse ogen glinsterden gevaarlijk en er verscheen een glimlach op zijn gezicht. 
'Je krijgt je eigen kamer. Het is villa in een afgelegen gebied. Er wonen ook veel anderen, ah, ik zal wel moeten vragen om de meesten daarvan te laten leven; ik heb ze nog nodig.' Afyl haalde een hand door zijn haren. 'Je zal voor mij werken, mensen martelen en doden op mijn commando. In ruil daarvoor krijg je vrijheid, een eigen kamer, genoeg te eten en eventueel geld of andere dingen die je wilt hebben.' Afyl wuifde wat met zijn hand, 'een contract kunnen we desnoods later nog opstellen, hoewel ik al dat papierwerk maar niets vind. Ik heb liever loyaliteit die niet in inkt gedrukt is.' Afyl was nogal nieuwsgierig naar Hunter en dus kon hij het uiteindelijk niet laten. Hij liep op Hunter af en boog een beetje voorover, zijn ogen nauw geknepen, een grijns op zijn gezicht.  'Waar ben ik bang voor, Hunter?'
Dauntless
Wereldberoemd



Mensen martelen en doden, dat klonk hem als muziek in de oren. Hier mocht hij helemaal niemand iets aandoen. Hunter keek hem doordringend aan. Waar was deze man bang voor? "Het is grappig hoe de stemmen niets durven te zeggen, meestal roepen ze het antwoord, maar nu aarzelen ze, alsof ze zelf bang zijn. Ik zie wel iets, ik kan het, het best omschrijven als chaos, maar ik heb het nog nooit eerder bij iemand anders gezien. Kunnen we nu gaan dan, naar die villa waar ik mensen mag vermoorden." Hunter stond echt te popelen. Hoe sneller hij hier weg was hoe beter. In zijn hoofd was hij al druk bezig te bedenken wat hij zijn slachtoffers zou aandoen. Martelen was nu eenmaal niet leuk als je elke keer dezelfde techniek gebruikte. "We zouden onze deal met bloed kunnen bezegelen. Niet is zo bindend als bloed!" Hij nam een van de dolken van de soldaten en maakte een kleine snee in zijn hand. Zijn eigen pijn en bloed interesseerden hem niet. Hij overhandigde het mes aan Afyl en begon zijn spullen bij elkaar te zoeken. Veel was het niet, de kleren die ze hem hier hadden gegeven waren te lelijk om mee te nemen. Het enige wat hij meenam waren enkele dolken en een opgerold stuk papier, dat in een kist in de hoek van de kamer had gezeten. "We hebben wel enkel een deal als ik ook een keer door een muur mag lopen, dat zag er super cool uit." Glunderend stak hij zijn bloedende hand uit. 
Vivid
Landelijke ster



'Je hoort stemmen die bang zijn voor mij?' Afyl keek geamuseerd, 'dat klinkt interessant. Ik zou later graag meer horen over deze stemmen van je.' Afyl keek toe hoe de jonge man zijn spullen pakte en een snee maakte in zijn hand. Hij pakte voorzichtig de hand aan, naar het bloed kijkend. Hij moest zich nogal inhouden om niet even te proeven. Oh, hij was niet zo'n cliché vampier, maar de meeste demonen hadden nou eenmaal een voorkeur aan wat levend voedsel af en toe, vlees en bloed. Afyl zelf had dit ook en het kostte hem nogal veel moeite om niet over Hunter's hand te likken. Hij haalde diep adem en liet Hunter's hand los.
'Deal, bloed en door de deur lopen zei je? Prima, dat kan geregeld worden.' Afyl ontblootte zijn tanden en liet zijn iets meer demonische kant zien; de scherpe tanden en bloeddorstige blik in zijn ogen. Zonder waarschuwing beet hij in zijn eigen hand, het vlees scheurde kapot. Een stroom van paars bloed - even paars als zijn ogen - begon te stromen. 
'Snel zijn, ik heel sneller dan normale mensen. Oh, en...' Afyl pakte Hunter's hand vast, de wonden tegen elkaar aan drukkend, 'het kan misschien een beetje branden.' 
Hunter had waarschijnlijk geen idee in wat voor deal hij nu eigenlijk beland was. Een bloeddeal met een demon was niet zomaar iets en zorgde er wel voor dat Afyl nu totale loyaliteit eiste van Hunter. Het betekende ook dat Afyl beter op zijn eigen emoties moest gaan letten, zodat Hunter deze niet per ongeluk zou voelen. Afyl trok zijn hand terug en likte even over zijn wond heen, die alweer langzaam aan het genezen was. 
'Dus, je wilde door de muur lopen,' Afyl keek naar de muur en liep er naartoe, 'dan zou ik mij maar snel even vastpakken, anders donder je er tegenaan.' Waarschuwde hij; zijn trucje werkte alleen bij anderen als er contact was. 
Dauntless
Wereldberoemd



Wow, paars bloed. Deze Afyl was werkelijk een fascinerend persoon. Hoe zou het eruit zien moest Hunter hem dissecteren? Laag, per laag wegpellen. Hij was er zeker van dat hij enkele interessante dingen zou zien. Ook de manier waarop zijn uiterlijk veranderde. Wat zou hij zelf graag scherpere tanden hebben zodat hij mensen kon bijten. Zijn gedachten werden onderbroken door een brandende pijn toen Afyls bloed contact maakte met het zijne. Hij klemde zijn tanden op elkaar. Hunter was niet iemand die schreeuwde van de pijn. Hij was diegene die mensen liet schreeuwen van de pijn, kermend om genade liet smeken. Toch was het nieuw voor hem om diegene te zijn die de pijn ontving en niet uitdeelde. De wond dichtte, er verscheen een soort teken, een ingewikkelde knoop die iets lichter was dan zijn huidskleur. Het was een wonde die hem altijd aan zijn deal met Afyl zou herinneren. 
Hunter knikte toen Afyl hem vroeg of hij door een muur wilde lopen. Natuurlijk wou hij dat, wie zou zo'n aanbod nou weigeren. Hij greep snel zijn rugzak en haakte toen zijn arm op het laatste moment door de van Afyl. Voor hij het wist stond hij aan de buitenkant van zijn cel. Het was zo lang geleden dat hij hier nog eens was geweest. Het voelde opluchtend maar beangstigend tegelijk. Al de vrijheid die hij nu zou hebben. Hij zou er aan moeten wennen, maar ook zoveel van genieten.
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld